Een 50 jarige man heeft o.a. erg veel last van journaalbeelden over ingestorte mijnen. Als kind had hij het gevoel te stikken als hij onderin een stapelbed moest slapen.
Ik vraag hem zich te associëren met het “ik stik” gevoel. Hij voelt zich benauwd en heeft het gevoel stil te liggen in het donker. Het beeld rijst op van een oudere grote dikke man. Gelijk haal ik hem hieruit en stuur hem naar een moment dat hij geniet en cliënt ziet hem in de keuken bij een dienstmeisje taart eten. Kennelijk werkt hij als butler voor een minachtend kijkende vrouw in koud kasteel. Hij moet kolen halen uit een diep kolenhok. Dan waaien de luiken dicht en is het koud en donker. Niemand weet dat hij hier zit. Het dienstmeisje is niet thuis. Hij krijgt het heel benauwd en stikt in de vieze koolstof lucht. Hij ziet dat het dienstmeisje hem gaat zoeken, het is koud in het huis en ze ziet dat de luiken dicht zitten zonder balk. Ze vindt hem, dood. Hij vindt het zielig, nu moet ze alleen verder met die vervelende vrouw. Ik zeg dat zij inmiddels ook wel gestorven zal zijn. Dan ervaart cliënt dat hij naar boven gaat en haar meeneemt naar het licht. Daar is frisse lucht, warmte, mooie bloemen, zon. Ik vraag cliënt te kijken naar de kasteelvrouw, hij ziet dat ze jaloers was op hun. Hij vertelt haar wat ze hun heeft aangedaan, doordat ze hun niet met respect behandelde, terwijl ze hun best deden. Zij ziet dat in en schaamt zich, waarop hij ziet dat ze niet slecht is, maar verdrietig was. Opeens komen er kleine kinderen naar haar toe die ‘mama’ roepen. De vrouw is hem dankbaar, ze is weer zichzelf. Ze worden één grote familie, waarop de sessie afgerond is.
Cliënt mailt na een paar weken dat het panische gevoel weg is. Geweldig, niet meer met niet meer in paniek raak, erg jammer, dat ik niet eerder van deze therapie op de hoogte was.